Goudvissen zijn ontstaan door selectieve kweek, ze komen niet in de natuur voor. Ze kunnen tot wel 40 centimeter groot worden. Er bestaan veel verschillende variëteiten die verschillen in oogvorm, lichaamsvorm, staartvin of kleurenpatroon. Zo komen er bijvoorbeeld ook witte, zwarte en gevlekte goudvissen voor.
Goudvissen met een enkele staartvin
Tot deze groep horen de gewone goudvis, de sarasa, de shubunkin en de komeetstaart.
De gewone goudvis is een sterke vis. Het is een vrij trage zwemmer die zich snel en gemakkelijk voortplant. Ze verschillen in kleur, gaande van rood over oranje tot geel en zelfs wit.
De sarasa is één van de populairste varianten. Ze hebben een rode grondkleur met witte vlekken of een witte grondkleur met rode vlekken. Ze worden dikwijls in vijvers gehouden.
De shubunkin heeft een langgerekte lichaamsvorm net zoals de gewone goudvis, gecombineerd met een lange sluierstaart. De grondkleur is wit, grijs of blauw en ze hebben vlekken die rood, oranje, geel, wit of zwart kunnen zijn. Dit geeft ze een zeer bontgekleurd uiterlijk. De shubunkin staat er om bekend om overheersend te zijn. Hou ze daarom niet samen met tragere vissoorten. Let er ook op dat alle vissen de kans krijgen om te eten.
De komeetstaart heeft een staartvin die net zo lang kan worden als de vis zelf. Het is een snelle zwemmer en een sterke soort die goed gedijt in een vijver. Hou hem net zoals de shubunkin niet samen met tragere soorten.